Minder regels in de zorg

Al jaren is er binnen de zorg discussie over het terugdringen van regels en bureaucratie. Daarom is het niet zo bijzonder dat dit thema de laatste maanden weer aandacht krijgt. Het is wél bijzonder te zien welke partijen zich nieuw melden als pleitbezorger voor minder regeldruk.

De Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) doet met haar open brief voor de curatieve zorgsector (mei 2015), een duidelijk beroep op de politiek voor minder regels en bureaucratie. Ook de accountants nemen duidelijke positie door zich hardop af te vragen of de kosten die verband houden met de naleving van een groot aantal bureaucratische regels wel nuttig besteed zijn. En of het detailniveau in voorgeschreven bekostigingsregels en prestatiebeschrijvingen wel passen in een zorgstelsel met marktgeoriënteerde prikkels. De NBA adviseert om ‘regelrust’ en dat regels ruim vooraf worden vastgesteld en voor langere termijn gelden.

Minister Schippers heeft zich gemengd in de discussie met haar brief van 2 juli 2015 (merkbaar minder regeldruk). De Minister concludeert dat “het tijd is voor een forse extra inspanning om de bureaucratie in de zorg terug te dringen, zodat de mensen in de zorg dat daadwerkelijk op de werkvloer merken”. De Minister wil de regeldruk in de zorg merkbaar minder maken door:

  1. slimmer samen te werken: waarmee bedoeld wordt dat samenwerking wordt bevorderd – en ik veronderstel indien nodig afgedwongen – tussen aanbieders in de zorgketen onderling, door beter te luisteren naar de zorgprofessionals op de werkvloer die regels direct ervaren en door de afstemming tussen de verschillende wettelijke toezichthouders te stimuleren;
  2. valide regels vereenvoudigen: de Minister is reëel door te erkennen dat niet alles opgelost kan worden met een verbeterde samenwerking. De afspraken die we als samenleving maken leggen we vast in regels, en deze regels leven we na. Daarbij gaat het dan wel om regels die ertoe doen. Geen overbodige details of control fetisjisme. De Minister erkent de oproep van de NBA;
  3. schrappen van overbodige regels: regels die niet langer nodig zijn of niet effectief blijken te zijn worden geschrapt. Als voorbeeld noemt de Minister het afschaffen van de verplichte papieren zorgpolis;
  4. nieuwe regels goed bezien op de toegevoegde waarde in relatie tot de toename van de regeldruk: alleen nieuwe regels invoeren wanneer dit nodig is, aldus de Minister. En komt een toets op ‘de toegevoegde waarde’ van nieuwe regels, voordat deze worden ingevoerd. En als besloten wordt tot invoering van nieuwe regels dan dient de ‘invoering hiervan zo regelarm mogelijk te zijn’.

Met dit laatste punt sluit de Minister aan bij het rapport van Actal van mei 2015 over de gevolgen voor de regeldruk bij het invoeren van de voorgestelde wijzigingen van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Actal is kritisch ten aanzien van de voorgestelde wijzigingen en concludeert dat de wijzigingen niet of onvoldoende bijdragen aan het verminderen van regeldruk. Actal adviseert de Minister om steeds bij het introduceren van nieuwe regels vooraf ‘een volledig en voldoende concreet inzicht (inclusief berekening) in de gevolgen voor de regeldruk’ te verschaffen.

De discussie over het verminderen van regeldruk wordt onverminderd voortgezet, met als bijzonderheid dat drie belangrijke spelers prominent meedoen. Dit is positief. Laat de discussie verdergaan, maar kom vooral snel met concrete resultaten. Waarna we binnen de sector snel onszelf de vraag zullen stellen of de regel in onze huidige complexe samenleving nog wel het meest effectieve instrument is om belangrijke beleidswijzigingen te laten slagen.

Henry Goverde

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *