De verzakelijking van de zorg is al langer gaande. Niet geheel zonder succes, maar de grens wordt bereikt. Bestuurders klagen over regeldruk, bureaucratie en stijgende administratieve lasten. Medewerkers die bewust voor de zorg hebben gekozen raken gedemotiveerd. Time management en rapporteren bevordert niet hun intrinsieke motivatie om voor de medemens te zorgen. Het is voor bestuurders misschien wel als belangrijkste uitdaging om de motivatie onder hun medewerkers hoog te houden.
Het belang van zingeving als drijfveer staat centraal in moderne leiderschapsvisies. Denk aan Simon Sinek’s Golden Circle waarin hij benadrukt dat succesvolle ondernemingen zich richten op het waarom, en niet op hoe ze het doen en wat ze doen.[1] Ook Wouter Hart trekt een soortgelijke conclusie wanneer hij wijst op “de bedoeling” als verzet tegen de toenemende druk van de systeemwereld.[2] Mensen raken niet gepassioneerd door doelstellingen als efficiëntie, waarde, focus en cliëntgerichtheid. Grote leiders stimuleren hun medewerkers door hen te motiveren. Voor de zorgsector is van belang dat leiders duidelijk maken hoe een verandering bijdraagt aan de bedoeling van de organisatie en hoe het bijdraagt aan het waarom, de reden dat medewerkers oorspronkelijk kozen voor de zorg.
De verzakelijking in de zorg is voornamelijk gebaseerd op nieuwe wet- en regelgeving. Veranderingen worden afgedwongen met regels en beleid. Zorginstellingen worstelen hoe hiermee om te gaan; hoe moeten ze aantonen dat ze aan deze regels voldoen. De door Wouter Hart systeemwereld neemt alsmaar toe. Maar wil de zorgsector succesvol veranderen dan moet de focus worden gericht op intrinsieke motiverende factoren en niet op de toenemende druk van de systeemwereld. De jurist binnen een zorginstelling heeft hierin een belangrijke rol.
Juristen klampen zich graag vast aan de overeenkomst, de van toepassing geachte rechtsregel, rechterlijke uitspraak of precedent. ‘De jurist denkt en argumenteert meteen in juridische categorieën in plaats van als uitgangspunt te nemen de vraag: waar gaat het eigenlijk om?’, aldus Vranken.[3] Juristen die denken in regels en precedenten versterken de systeemwereld.[4] De regel is de vijand van de bedoeling en het waarom; regels inspireren niet. Niet de regel staat centraal maar de bedoeling. Van systeemdenken naar functioneel denken. Nodig zijn juristen die een antwoord geven op de vraag: waar gaat het eigenlijk om? Juristen die realiseren dat contractualisering het risico bevat van een zekere de-responsabilisering.
Wat nodig is, is dat juristen als intrinsiek gemotiveerde raadslieden hun bestuur adviseren hoe met deze systeemwereld om te gaan, zodat de instelling trouw kan blijven aan de normen waarvoor zij staat. Aan haar waarom; aan haar bedoeling. Waarvan de voornaamste is het voldoen aan hun maatschappelijke functie. Dit vergt van de jurist een sterke affiniteit met het eigen karakter van de zorgsector, terwijl over kennis en kunde wordt beschikt vanuit het reguliere bedrijfsleven of advocatuur. De zorgsector heeft juristen nodig die toetsen hoe in het concrete geval toepassing van de regel ‘de bedoeling van de zorgsector’ bevordert. Ik pleit daarom voor de benaming ‘zorgjurist’ voor juristen die deze uitdaging oppakken binnen de veranderende zorgsector.
Henry Goverde
_______
[1]. Simon Sinek, Start with Why: how great leaders inspire everyone to take action, Penguin Group, 2009. Inspirerend is Sinek’s TED Talk, gekozen tot een van de meest populairste lezingen. http://www.ted.com/talks/simon_sinek_how_great_leaders_inspire_action
[2]. Wouter Hart in samenwerking met Marius Buiting, Verdraaide Organisaties: terug naar de bedoeling, Kluwer, Deventer, 2012.
[3]. J.B.M. Vranken, Verhullend argumenteren in het vermogensrecht; Preadvies Vereniging voor Wijsbegeerte van het Recht, Springen met lemen voeten, Netherlands Journal of Legal Philosophy, 1, (2004).
[4]. Voor een interessante beschouwing over typische juridische redenering zie het review van Klaus Rozemond over Frederick Schaur’s boek Thinking Like a Lawyer, Harvard University Press, 2009 (Klaus Rozemond, ‘Thinking Like a Lawyer’, ReM 2011-1, p. 112-116).