Modern toezicht: de betekenis van de goede vraag

Zorgbrede Governancecode 2017

Good governance is hot. Wanneer je werkzaam bent als bestuurder of toezichthouder in het onderwijs, de woningbouw of de zorg, heb je te maken met nieuwe inzichten op goed bestuur en goed toezicht. Vaak doordat de sector waarin je werkzaam bent zelfregulerende initiatieven heeft ontworpen, waaraan je niet ontkomt.

Meest recent voorbeeld van zo’n initiatief is de Zorgbrede Governancecode 2017. Met de nieuwe code wil de zorgsector over een richtinggevend en levend document beschikken. Een instrument om de governance van een zorgorganisatie zo in te richten dat die bijdraagt aan het waarborgen van goede zorg, aan het realiseren maatschappelijke doelstellingen en daarmee aan het verbeteren van het maatschappelijke vertrouwen. ZorgopKoers heeft in eerdere Koersflitsen over deze code geschreven. Zie bijvoorbeeld onze analyse in Koersflits week 49.

Modern toezicht: het is nogal wat…

ZorgopKoers verzorgt trainingen en voorlichting voor besturen en raden van toezicht van zorginstellingen. Over onder meer hoe zij kunnen omgaan met de nieuwe code. Juist vaak in het teken van het verbeteren van de zorgverlening, waarbij de cliënt centraal gesteld wordt. Het zijn boeiende bijeenkomsten. Ik word elke keer geraakt door de passie en toewijding van met name de toezichthouders. Het zijn betrokken mensen die vaak onbezoldigd of tegen een geringe (kosten)vergoeding met ziel en zaligheid worstelen met hun verantwoordelijkheid.

Want het is nogal wat, dat modern toezicht. Als raad van toezicht komt je zo’n zes keer per jaar bijeen, om samen met het bestuur ‘toezicht te houden op de algemene gang van zaken binnen de zorginstelling’. Een zorginstelling die voor grote uitdagingen staat in een steeds ingewikkelder omgeving. De complexiteit neemt alsmaar toe, de wetten en regels vermenigvuldigen en tegelijkertijd gaat de wetgever scherper letten op de wijze hoe je het als toezichthouder doet. Met alle daaraan verbonden persoonlijke risico’s (zie mijn bijdrage elders op de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen).

Het gaat om de goede vraag

Wat me opvalt tijdens deze trainingssessies is dat vele vragen van toezichthouders gaan over het zoeken naar nieuwe kaders. Wanneer doe ik het goed? Het bevorderen van dialoog tussen bestuur en raad van toezicht en tussen de raad en de organisatie zelf, hoe doen we dat? Hoe kan ik als toezichthouder voorkomen dat mijn vragen door het bestuur als controle vragen worden opgevat, waardoor de dialoog in gedrang komt? Allemaal wezenlijke vragen, zonder meer. Bovendien, de indringendheid waarmee zulke vragen worden gesteld getuigt van grote inzet en betrokkenheid. Toezichthouders – vooral in de zorg – willen het écht goed doen. Want… het gaat wél over mensen.

Wat me óók opvalt is dat de vragen erop gericht zijn om een antwoord te krijgen. Logisch natuurlijk, maar ik bedoel niet de vraag staat centraal, maar het krijgen van een antwoord op het dilemma dat schuil gaat onder de vraag. Oftewel, ‘dat nieuwe code dat gedrag en cultuur centraal stelt, wanneer doe ik het als toezichthouder nou het goed?’. Laat dat nou net het innovatieve zijn van de nieuwe code. Dat weet je vooraf niet.

Regel gedreven toezicht met controle vragen gericht aan het bestuur is passé. Niet omdat dit niet langer modieus is. Nee, omdat bewezen is dat dit optimaal toezicht belemmert. Vooral de financiële crisis heeft ons geleerd dat niet gaat om het antwoord. Het gaat om het stellen van de goede vraag.

Hoezo? Een voorbeeld. Stel dat je als raad van toezicht in vergadering bent met je bestuur en je bespreekt de laatste rapportage over de klanttevredenheidsmeting. Een voor de hand liggende vraag is hoe het bestuur denkt de rapportscore te verbeteren. Want klanttevredenheid is belangrijk, tóch? Maar als de tevredenheid van klanten écht zo belangrijk is, kan ik me voorstellen dat je als toezichthouder de vraag stelt hoe heeft het bestuur het proces van klantmeting ervaren? Wat doet zo’n meting met jullie managers? Zien zij het als een kans of als een afrekenmoment? En hoe weet je dit als bestuurder? Vragen die erop gericht zijn om de dialoog te bevorderen over de ernst van klanttevredenheid. Maar ook vragen die bijdrage aan een veilige sfeer, zodat het bestuur haar dilemma’s mag bespreken met haar toezichthouders.

Het creëren van een veilige sfeer tussen bestuur en raad van toezicht, dat bijdraagt aan betere zorgverlening, wordt bevorderd wanneer niet het antwoord centraal staat, maar de goede vraag. Een vraag die bijdraagt aan dialoog, veiligheid en vertrouwen. Het helpt wanneer je als toezichthouder je minder bekommert om het antwoord. Concentreer je op de vraag. Wanneer je als toezichthouder je richt op het stellen van de goede vragen mag je erop vertrouwen dat je als toezichthouder het goed doet. Modern toezicht: een prachtige uitdaging.

Henry Goverde

ZorgopKoers