Jeugdzorg: wanneer gaan we het samen doen?

Kort geding GGz Breburg – Gemeente Tilburg

In kort geding heeft GGz Breburg de voorzieningenrechter verzocht om de Gemeente Tilburg te verbieden overeenkomsten te sluiten inzake hoogspecialistische jeugdhulp. Als belangrijkste redenen voert GGz Breburg aan dat de Gemeente Tilburg in het aanbestedingstraject het proportionaliteits-, zorgvuldigheids- en gelijkheidsbeginsel heeft geschonden, omschreven in de Aanbestedingswet. Ook is niet voldaan aan de eisen die de Jeugdwet stelt. De rechter heeft GGz Breburg gelijk gegeven en de gemeente verboden om overeenkomsten te sluiten op basis van de gevoerde aanbesteding. Als de gemeente alsnog de opdracht wil gunnen, moet het een heraanbesteding organiseren met inachtneming van het vonnis. Dit vonnis benadrukt dat gemeenten gaan samenwerken met jeugdhulpverleners. Goede samenwerking verloopt niet via een aanbestedingsprocedure.

In het vonnis gaat de rechter gedetailleerd in op de bezwaren van GGz Breburg over het standpunt van de gemeente dat in het aanbestedingstraject er niet valt te onderhandelen over door de gemeente verlangde tarieven. Zorgaanbieders moeten dingen naar het leveren van jeugdzorg tegen de vergoeding die de gemeente daarvoor wil betalen. Volgens GGz Breburg zijn de tarieven niet hoog genoeg om haar kosten te dekken. De gemeente verlangt aldus GGz Breburg dat GGz Breburg diensten levert onder haar kostprijs. GGz Breburg voert aan dat dit in strijd is met het proportionaliteitsbeginsel van de Aanbestedingswet. Een vergoeding moet namelijk proportioneel zijn ten opzichte van de geleverde dienst.

Jeugdwet centraal

Wat dit vonnis bijzonder maakt is dat de rechter uitvoerig ingaat op de eisen die de Jeugdwet stelt aan de gemeente. Bij de inrichting en vormgeving van een aanbesteding voor jeugdhulpverlening moet voldaan zijn aan de bepalingen van de Jeugdwet. De gemeente dient te waarborgen dat jeugdigen in staat worden gesteld om gezond en veilig op te groeien, te groeien naar zelfstandigheid, en voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren rekening houdend met leeftijd en ontwikkelingsniveau. Een gemeente is daarom verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van jeugdzorg. De rechter concludeert dat in de aanbestedingsstukken niet is geconcretiseerd op welke wijze de jeugdhulpverlener diensten levert, zodanig dat die aan de eisen van goede kwaliteit, capaciteit en continuïteit voldoen.

De rechter onderschrijft dat GGz Breburg een bijzondere positie heeft in het veld van zorgverleners. Het in stand houden van een grote en brede non-profit instelling zoals GGz Breburg gaat met een andere kostenstructuur gepaard dan het in stand houden van een praktijk aan huis of een kleine instelling met een geringer pakket van diensten. De gemeente miskent deze bijzondere positie wanneer zij stelt dat het niet haar verantwoordelijkheid is om rekening te houden met de infrastructuur of kostprijs van GGz Breburg.

Kern van dit vonnis is dat een gemeente niet alleen kan aanbesteden op basis van prijs. Terecht. Een gemeente moet vooral waarborgen het geleverd krijgen van goede zorg met voldoende capaciteit. Niet de Aanbestedingswet staat centraal, maar de kwaliteitseisen van de Jeugdwet. Ook terecht want de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeente staat voorop en niet het sluitend krijgen van haar begroting.

Gemeenten zullen inhoudelijk beleid moeten ontwikkelen wat zij verstaan onder kwalitatief goede jeugdzorg voor hun jeugdigen. Dit kan betekenen dat dit beleid per gemeente specifiek moet zijn wanneer lokale omstandigheden dit noodzaken.

Gemeenten hebben ook de uitdaging om te waarborgen dat er voldoende capaciteit is voor het leveren van (hoogspecialistische) jeugdzorg. Hierbij zal een gemeente moeilijk voorbij kunnen gaan aan de lokale marktwerking of marktordening tussen de verschillende zorgverleners.

Hoogste tijd om samen te werken

Het is de hoogste tijd dat gemeenten met jeugdhulpverleners gaan samenwerken om jeugdzorg van goede kwaliteit met voldoende capaciteit beschikbaar te stellen. Zoals altijd begint samenwerken met de bereidheid om rekening te houden met het belang van de ander. Daar komt bij dat er een gemeenschappelijk beeld moet zijn van wat partijen samen drijft.

De Aanbestedingswet is niet het instrument om samenwerking te bevorderen. In tegendeel. Terecht stelt de rechter grenzen aan het sturen op prijs door gemeenten. Centraal staat de Jeugdwet en de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het waarborgen van goede kwaliteit, capaciteit en continuïteit van jeugdzorg. Maar de Jeugdwet stelt ook eisen aan de jeugdhulpverleners. Zij moeten oog hebben voor doelmatigheid en efficiënte bedrijfsvoering.

Begrip hebben voor het belang van de ander? Het ontwikkelen van een gemeenschappelijk beeld? Lastig. ZorgopKoers kan daarin ondersteunen. Wij brengen partijen veilig bij elkaar om samenwerken mogelijk te maken.

Henry Goverde

Vonnis GGz Breburg – Gemeente Tilburg (ECLI:NL:RBZWB:2017:7312)