Pact voor de Ouderenzorg: nieuwe impuls door samen te werken

Inleiding

“Het manifest ‘Waardig Ouder Worden’ doet een krachtig appèl op ons om ouderen te laten weten dat ze van grote waarde zijn voor ons land. Elke oudere is anders, en dat geldt ook voor de instellingen, zorgprofessionals en ieder ander die voor en met ouderen werkt, of bij ze betrokken is. Samen slaan we de handen ineen. Natuurlijk gebeurt er al heel veel, maar dat is vaak nog binnen één instelling, binnen één gemeente of binnen één thuiszorgorganisatie. Terwijl juist als we samenwerken, we écht zaken kunnen gaan doen en we van elkaar kunnen leren. Een samenwerkingsverband waarin iedereen die voor en met ouderen werkt de krachten bundelt, ontbreekt nog. Maar de intentie om de handen ineen te slaan is er wel! Daarom willen we alle goede voornemens en woorden tot samenwerking vertalen in concrete daden. De komende drie jaar gaan we hard aan de slag met het voorkomen van eenzaamheid, met goede zorg en ondersteuning thuis en met de verbetering van de kwaliteit van de verpleeghuiszorg.”

 

Zo begint het landelijk Pact voor de Ouderenzorg, dat begin maart 2018 door 35 organisaties is ondertekend. Met het pact komen gemeenten, verzekeraars, zorgverleners en andere maatschappelijke partners samen in aktie om de kwaliteit van het leven van ouderen te verbeteren. Het pact wordt in drie programma’s uitgewerkt:

  1. eenzaamheid signaleren en doorbreken;
  2. zorgen dat mensen met goede zorg en ondersteuning langer thuis kunnen wonen;
  3. de kwaliteit van de verpleeghuiszorg verbeteren.

Het pact vormt een onderdeel van het beleid van het huidige kabinet om meer prioriteit te geven aan ouderenzorg.

Geen samenwerking zonder aandacht voor succesfactoren

Vooropgesteld dat het pact een belangrijk stap is en aangemoedigd moet worden. De drie programma’s zijn prachtige initiatieven. Tóch bekroop me een vreemd gevoel bij het lezen van de vier pagina’s tekst.

Het pact begint met het beschrijven van het belang van waardig ouder worden. Maar al snel zetten de ondertekenaars met demografische argumenten uiteen dat wanneer we als samenleving niet tot aktie overgaan, we straks écht een probleem hebben. Op elke 85-plusser zijn er nu dertien 45-64-jarigen. In 2040 zijn dit er vijf. De 45-64-jarigen die nu veel mantelzorg verlenen, zijn dan zelf oud. Tel daarbij op dat de arbeidsmarkt straks door diezelfde demografische ontwikkeling ook ingrijpend verandert en krapper wordt. Dit betekent dat we de zorg en ondersteuning voor ouderen anders moeten gaan inrichten en organiseren, aldus de ondertekenaars.

Helder verhaal, lijkt mij. Gelukkig lees ik ook andere argumenten in het pact waarom de ondertekenaars tot aktie overgaan. “We zien dat eenzaamheid een verdrietige en ernstige bedreiging is voor het welzijn en welbevinden van veel ouderen.” “Zelfstandig en thuis oud worden, dat moet mogelijk zijn voor iedereen die dat wil en kan.” En omdat thuis wonen niet altijd mogelijk is ‘hebben we ook een grote opdracht de kwaliteit van de verpleegzorg verder te verbeteren’.

Het pact staat vol met wat de ondertekenaars gaan doen. Nergens lees ik hoe het allemaal zover heeft kunnen komen. Een stukje zelfreflectie had ik mooi gevonden. Het zou ook mijn vertrouwen versterken dat we het nu écht anders gaan doen. Want, het pact creëert hoge verwachtingen. Verwachtingen die de ondertekenaars alleen samen kunnen realiseren.

Het is bewezen dat de meeste samenwerkingen mislukken, mede omdat er onvoldoende aandacht is voor de faal- en succesfactoren. Bij het uitwerken van de drie programma’s moet voldoende aandacht bestaan voor het inregelen van de factoren die het samenwerkingsverband succesvol maken.

Creëer een stabiele organisatie tussen de partners (setting, personen): organiseer de structuur van de (lokale) samenwerkingen en zorg voor een goede bemensing. Wanneer structuur of bemensing wijzigt, sta expliciet stil bij de gevolgen hiervan en desnoods initieer bijstellings- of herstelakties. Door hierop te sturen ontstaat een collectief geheugen en vertrouwen; het samenwerkingsverband krijgt als het ware een eigen “ik”.

Definieer een gezamenlijke startpositie: dit is van belang bij het pact, want het staat vol van abstracte intenties en welgemeende vergezichten. Maak de uitvoering juist klein (think big, start small). Leg de focus op gezamenlijke doelen voor de eindklant en voor elkaar. Creëer ruimte voor dialoog met voldoende aandacht voor vragen en reflectie. Dit stimuleert de onderlinge relaties binnen het samenwerkingsverband en draagt bij aan onderling begrip én gevoel.

Geef expliciete aandacht voor de ouderen vanuit hun leefwereld, en doe dit door de keten heen: houd scherp waar het pact om te doen is. De ouderen. Wanneer ouderen expliciet worden gehoord en gezien over hun dromen, zullen irritaties en hefbomen worden ontdekt die bijdragen aan verbetering. Organiseer de ruimte voor creativiteit en de inbreng vanuit onverwachte perspectieven (vreemde ogen). Hierdoor ontstaat focus op klantbelangen, klantprioriteiten en op vernieuwende inzichten en doorbraken.

Investeer in het managen van verbinden in een keten: het is natuurlijk dat de focus van een samenwerkingspartner óók naar zichzelf gaat. Organiseer daarom begeleiding door onafhankelijke, ervaren professionals die expertise hebben in het managen van samenspel. Dit draagt bij aan het samen bouwen aan ervaring en expertise binnen de eigen organisatie van de samenwerkingspartner. Zo ontstaat een duurzame ontwikkeling van succesvolle ketensamenwerkingen.

 

Henry Goverde