Governancecode Zorg: waardegedreven governance, maar hoe doe je dat?

Inleiding

Met ingang van 1 januari 2017 is de Governancecode Zorg van kracht. Daarmee is de transitie binnen de zorg van regelgedreven naar waardegedreven governance ingezet. Sturen op gedrag en cultuur is voortaan leidend. De code is een instrument om de governance zo in te richten dat deze bijdraagt aan het waarborgen van goede zorg, aan het realiseren van de maatschappelijke doelstelling van zorgorganisaties en het waarborgen van het maatschappelijke vertrouwen in de zorg. Maar ná twee jaar praktijk is duidelijk dat bestuurders en toezichthouders worstelen hoe vorm te geven aan deze nieuwe governance eisen.

Governancecode Zorg: de kern

Dat de Governancecode zorg gebaseerd is op zeven principes is alom bekend. De kern hiervan is:

  1. de maatschappelijke doelstelling en legitimatie van de zorgorganisatie is het bieden van goede zorg aan cliënten[1], waarbij
  2. de raad van bestuur en raad van toezicht waarden en normen hanteren die passen bij de maatschappelijke positie van de zorgorganisatie[2], en
  3. bestuurt respectievelijk houdt toezicht vanuit deze maatschappelijke doelstelling.[3]

Het centraal stellen van principes en het bevestigen van een afkeur van ‘het afvinkgedrag’ werd door de sector toegejuicht. Maar regeldrift, controle en het valse vertrouwen dat regels duidelijkheid verschaffen ijlt na in de code.[4] Belangrijk is ook dat deze principes worden uitgewerkt in regels, waarvan de toepassing niet vrijblijvend is. Sommige regels bepalen welke cultuur of welk gedrag nagestreefd moet worden door de zorgorganisatie. Het risico bestaat dat in plaats van intrinsiek ‘het goede doen’, wat in lijn is met de normatieve lading van de regel, de code letterlijk afvinkgedrag bevordert. Daarnaast is de code op sommige punten tegenstrijdig. Zie artikel 3.2.1 Governancecode.[5] Aan de ene kant bevordert de code de dialoog, om vervolgens voor te schrijven ‘hoe’ deze dialoog hoort te verlopen.

Belangrijk is ook hoe de wettelijke toezichthouders IGJ en NZa hebben aangegeven toe te zien op goed bestuur en goed toezicht. Bij hun toezicht gaan zij uit van de bestaande wet- en regelgeving in combinatie met ‘de veldnormen die toereikend zijn voor het externe toezicht op goed bestuur in de zorg, zoals de Governancecode Zorg’.[6] Dit betekent dat IGJ en NZa zowel controleren op de werking van de wet als het toepassen van het principe.

Binnen dit krachtenveld is het niet verwonderlijk dat bestuurders en toezichthouders worstelen hoe om te gaan met de nieuwe governance eisen zonder te vervallen in oud (governance) gedrag.

Traditioneel denken – Nieuw denken: de tegenstelling

Wat kan helpen is waardegedreven governance te zien in de tegenstelling van traditioneel denken versus nieuw denken. De tegenstelling traditioneel denken versus nieuw denken probeert de fundamentele veranderingen die momenteel gaande zijn in onze samenleving duidelijk te maken, en de gevolgen hiervan te vertalen naar organisaties en de governance van deze organisaties.[7]

Iedereen zal erkennen dat we leven in wereld die ingrijpend verandert. In een tempo dat duizelt. Vergelijkbaar met de impact van de industriële revolutie op de toen bestaande agrarische samenleving. We kijken dan terug. Moeilijker is het om een voorstelling te maken van the paradigm shift waarin we nu leven. Een shift van een administratieve of industriële regelgedreven denkwijze naar een nieuw mensgericht denken. Een denken waarin we begrijpen hoe houding, gedrag en het denken van mensen ontstaan als uitkomsten van betekenisgeving.

Illustratief is hoe deze denkwijzen het begrip ‘waarde’ verklaren. Het traditionele denken verklaart waarde vanuit een economisch perspectief. Waarde volgt uit hoe de productiefunctie wordt ingericht. Het is een maakbaarheidsdenken, waarbij het inkomen uit kapitaal leidend is. Individuele hard skills zijn leidend. Het resulteert in een waarde begrip dat steeds gericht is op meer en beter.

Nieuw denken richt zich op hoe waarde ontstaat. Waarde vloeit voort uit betekenisgeving. Centraal staat de waarde die wordt toegevoegd. Van belang is hoe mensen zijn afgestemd op wat moreel goed is en hoe wordt omgegaan met dilemma’s. Collectieve soft skills zijn leidend.

Betekenis voor governance: evolutie

Ingrijpende maatschappelijke veranderingen hebben invloed op governance vraagstukken. De zeven principes van de Governancecode Zorg zijn daarvan een voorbeeld. Het onderkennen dat traditioneel governance denken geen antwoorden heeft op nieuwe governance uitdagingen is belangrijk. Deze kennis stimuleert om nieuwe governance instrumenten te ontwikkelen. Neem als voorbeeld het uitgangspunt dat mensen betekenisgericht en niet doelgericht zijn. Een raad van bestuur of een raad van toezicht die dit als vertrekpunt neemt zal gedegen werk maken van ‘het vinden’ van de normen en waarden van hun organisatie. Dit ‘vinden’ is anders dan het ver-etiketteren van de eerder opgeschreven kernwaarden van de organisatie.

Traditioneel denken afzetten tegen nieuw denken is nuttig om de verschillen duidelijk te maken. Alleen in de praktijk is er geen sprake van een tegenstelling, maar eerder van een evolutie. Waardegedreven governance is een aanvulling op de traditionele governance instrumenten, naar nieuwe governance instrumenten. Governance evolueert naar een situatie dat beide vormen van instrumenten nodig zijn.

Vergelijk het met een weegschaal, waarbij de weegschaal de organisatie symboliseert. De organisatie is in balans – of in traditionele termen in control – wanneer beide schalen even zwaar wegen. In balans vereist zowel goed werkende harde (traditionele) governance instrumenten, als mensgerichte (nieuwe) governance instrumenten. Er is geen tekort aan harde instrumenten. Voor bestuurders en toezichthouders zijn deze herkenbaar. De evolutie zit in het ontwikkelen van goed werkende mensgerichte instrumenten waarmee bestuurders en toezichthouders vertrouwd raken.

Een voorbeeld van zo’n instrument is het ontwikkelen van ‘sense data’, informatie waaruit de betekenisgerichtheid van de organisatie blijkt (wat dus meten vereist). Een ander voorbeeld is het stimuleren van de goede dialoog. Dat wil zeggen een dialoog waarbij systematisch die vragen op tafel komen die op een voor alle deelnemers begrijpelijke manier leiden naar succesvol afgestemd zijn in wat bereikt moet worden en vooral ook hoe. In de antwoorden op die vragen ontstaan betekenisgerichtheid én ontstaan ook de goede  interventies. Zo’n dialogisch systeem kan in elk team eenvoudig worden ingericht. Toepassing hiervan geeft zelfsturing én besturing een inspirerende impuls. De hieronder geformuleerde acht vragen kunnen goed gebruikt worden binnen een dialogisch systeem.

Conclusie

Met de Governancecode Zorg is de transitie van regelgedreven naar waardegedreven governance ingezet. Bestuurders en toezichthouders worstelen hoe waardegedreven governance in te voeren. Het kan helpen om deze uitdaging te plaatsen in de context van de fundamentele veranderingen die gaande zijn in onze samenleving. Voor organisaties en governance worden deze veranderingen duidelijk door de tegenstelling traditioneel denken versus nieuw denken. Nieuw denken stelt mensgericht denken centraal. In dit denken staat een mensbeeld centraal dat niet (langer) doelgericht is, maar betekenisgericht. Het ontwikkelen van governance instrumenten die hierop zijn gebaseerd draagt bij aan waardegedreven governance. Denk aan het ontwikkelen van ‘sense data’ om de betekenisgerichtheid van de organisatie in beeld te krijgen of aan het invoeren van een dialogisch systeem dat het goede resultaat als uitkomst heeft in plaats van dat je dat resultaat oplegt en elkaar daarop afrekent.

ZorgopKoers heeft ervaring met het implementeren van de Governancecode Zorg. Wij delen graag onze kennis en ervaring. We komen daarover graag met u in gesprek.

 

Henry Goverde

Telefoon: 06 5315 3456

E-mail: henry.goverde@zorgopkoers.nl

________

[1]. Principe 1 Governancecode Zorg.

[2]. Principe 2 Governancecode Zorg.

[3]. Principe 5 en principe 6 Governancecode Zorg.

[4]. Een voorbeeld hiervan geeft BoZ zélf wanneer zij omschrijft hoe zij tegen compliance met de code aankijkt: “De code is op principes gebaseerd. (…) vervolgens uitgewerkt in bepalingen of gedragsregels die de concrete toepassing (…) beschrijven. (…) De toepassing is niet vrijblijvend.” Zie mijn eerder artikel hierover.

[5]. Artikel 3.2.1 Governancecode: “De raad van bestuur gaat in dialoog met andere belanghebbenden van de zorgorganisatie. De raad van bestuur bepaalt wie de belanghebbende partijen zijn en op welke wijze zij worden geïnformeerd en invloed hebben op de activiteiten en het beleid van de zorgorganisatie en op welke wijze daarover verantwoording wordt afgelegd.”

[6]. ‘Toezicht op Goed Bestuur’, Inspectie voor de Gezondheidszorg en Nederlandse Zorgautoriteit, 2016, blz. 3.

[7]. De tegenstelling traditioneel denken vs nieuw denken en wat dit betekent voor governance wordt op een inspirerende wijze uiteen gezet door Chris Juta.