Hoe beoordeel je waardegerichte zorg?

Waardegerichte zorg in de GGZ

Zorgverzekeraar Menzis gaat de kosten voor de behandeling van depressies en angsten vergoeden op basis van de behaalde resultaten, en niet langer op grond van het aantal behandelingen. Deze drastische maatregel moet leiden tot een doeltreffender therapie en – op termijn – lagere kosten. Het gaat om behandelingen van korter dan één jaar voor niet-chronisch depressieve cliënten. Hierover heeft de verzekeraar voor de komende drie jaar afspraken gemaakt met achttien grote organisaties in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). In de te maken afspraken staan uitkomsten van zorg die voor patiënten van belang zijn centraal aldus Menzis. Denk hierbij aan klachtvermindering, klanttevredenheid, reductie van wachttijden en het verbeteren van de kwaliteit van leven maar ook de intensiteit (duur en kosten) van de behandeling en het aantal cliënten dat opnieuw moet worden behandeld. De zorgaanbieders worden voor dát soort verbetering (extra) beloond naast het aantal behandelingen. Daarnaast worden de uitkomsten aan verbetertrajecten gekoppeld, waarbij de GGZ-specialisten elkaar helpen de zorg steeds verder te ontwikkelen.

Al met al een initiatief dat zeker het proberen meer dan waard is in mijn ogen alhoewel er ook de nodige kritiek is op dit plan. Begrijpelijk maar verbeterinitiatieven zijn noodzakelijk om na te gaan op welke wijze de kosten in de zorg kunnen worden beperkt. Het is daarbij echter wel van belang dat de juiste zaken worden gemeten.

De juiste parameters

De uitkomsten van zorg die voor patiënten van belang zijn, staan centraal bij de beoordeling van de zorgaanbieder aldus een woordvoerder van Menzis. Een goed uitgangspunt maar in hoeverre weet Menzis of de zorgaanbieder welke uitkomsten voor de patiënt van belang zijn. Wat wil die nu echt? Waardoor en wanneer ontstaat er waarde? Bij een duurzame oplossing voor het psychisch lijden? Mijn gezond boerenverstand zegt van wel. En het gezonde boerenverstand van de mensen bij Menzis zegt iets soortgelijks gelet op de parameters ter beoordeling die worden genoemd: klachtvermindering, klanttevredenheid, reductie van wachttijden, het verbeteren van de kwaliteit van leven, de intensiteit (duur en kosten) van de behandeling en het aantal cliënten dat opnieuw moet worden behandeld. Maar zet dat gezonde boerenverstand ons niet een beetje op het verkeerde been.

Het lijkt mij dat de patiënt pas geruime tijd na afloop van de behandeling kan constateren of er inderdaad een duurzame oplossing is gevonden voor het psychisch lijden. Tijdens en ook nog enige tijd na afloop van de behandeling zal de patiënt dit traject vooral beoordelen op vooruitgang inclusief pieken en dalen. Gaat het vandaag weer iets beter als gister. De waarde die hier kan worden gecreëerd is misschien nog wel belangrijker dan de waarde van een duurzame oplossing in ieder geval in de periode van 1 jaar waarbinnen de behandeling volgens de criteria moet hebben plaatsgevonden.

Ik weet niet hoe de meting van Menzis is opgezet maar wil er wel op wijzen dat een check bij de patiënt op voortgang tijdens de behandeling voor mij een wezenlijk onderdeel vormt van de waarde die wordt gecreëerd en ik pleit er dan ook voor om na te gaan of dit deel geborgd is.

Jan Verdonk