Een regering formeren betekent een samenwerking creëren. In een vorig blog ben ik ingegaan op de variabelen die bepalen of een gedetailleerd regeerakkoord helpt om succesvol samen te werken. Hierbij heb ik te snel geconcludeerd dat het formatieproces langs gebaande paden verloopt. En ik was hierin niet de enige. Les geleerd. Maar wat kunnen we leren van dit ontspoord proces, met name voor de start van samenwerkingsverbanden waar u in participeert.
Te snel het gebaande pad op
Er was haast in Den Haag. De covid-crisis moest worden bezworen, en de verkiezingsuitslag was duidelijk en liet weinig opties open. Bovendien was de VVD nog steeds leidend dus het formatievarkentje kon snel worden gewassen. Met dit in het achterhoofd gaan 2 verkenners van start die er onmiddellijk de vaart in proberen te krijgen. Nu weet elke lezer van de Arendsoog boeken dat de verkenner altijd de indiaan is die weliswaar uitstekende terreinkennis heeft maar eigenlijk een vreemde eend is binnen zijn groep. Bij de formatie was dit duidelijk niet het geval. Twee gezaghebbende vrouwen met een duidelijk partijbelang, waarvan er 1 nog nooit in een kamerbank had gezeten, werden op verkenning gestuurd. Nee, eigenlijk niet op verkenning gestuurd maar gevraagd om na te gaan waar en hoe het eerste basiskamp kon worden opgemaakt. Waarom deze aanpak? Omdat het kon!
Onduidelijke procedures
Toen 10 jaar geleden werd besloten om de rol van de koning tijdens het formatieproces te minimaliseren en het initiatief bij de Tweede Kamer zelf kwam te liggen zijn er alleen op hoofdlijnen afspraken gemaakt over te volgen procedures. De governance was onvoldoende uitgewerkt en dit maakte dat de verkenners in feite zelf bepaalde op welke manier zij de verkenning zouden invullen. Aldus geschiedde waarbij de agenda en daadkracht van Mark Rutte op de achtergrond steeds een rol leek te spelen bij de werkzaamheden van de verkenners. Dit zou geen enkel probleem hebben opgeleverd als alles verlopen was zoals gedacht. De Tweede Kamer zou, op een paar notoire dwarsliggers na, akkoord zijn gegaan met de aanbevelingen van de verkenners, vervolgstappen hebben gezet en misschien zou er nu al een kabinet op het bordes zijn gepresenteerd. Het lot, covid, maar vooral een oplettende fotograaf beslisten anders.
Vertrouwsenscrisis
Vervolgens stortte het totale kaartenhuis ineen. Er bleek op de man te worden gespeeld, geheugens faalden, er moest een stap terug worden gezet, sensibiliseren werd als werkwoord ontdekt en iedereen vond er iets van. Dit alles bracht ons waar we nu staan: het vertrouwen van de politici in elkaar en van het publiek in de politiek is volkomen ondergraven. Datzelfde vertrouwen dat te voet komt en te paard gaat is hier zelfs met de topsnelheid van de RB16B van Max Verstappen verdwenen. De kernvraag of alle politici hier wel hetzelfde doel voor ogen hebben, een fijn land om in te wonen, wordt steeds meer actueel. Hoe kunnen partijen en personen samenwerken, laat staan elkaar vertrouwen, als het besef ontstaat dat dit doel, ongeacht de diverse invalshoeken, niet voor ieder hetzelfde is? Hoe reageren burgers op deze gebeurtenissen? Hoe zou de zetelverdeling zijn in de Tweede kamer als we vandaag, 3 mei 2021, naar de stembus gaan? Anders, heel anders denk ik.
Wat kunnen we hiervan leren?
Wat voor mij het meest in de het oog springt is de voortvarende start. Dit komen wij in de praktijk ook regelmatig tegen. Partijen die de intentie hebben om samen te werken zien voordelen en willen deze zo snel mogelijk realiseren. De handen worden opgestroopt en men gaat aan de slag zonder vooraf voldoende en sluitende afspraken te maken. Een goede governance is in onze ogen echter essentieel vooral voor samenwerkingsverbanden met een structureel karakter. Het mag duidelijk zijn dat alle deelnemende partijen daarin hun inbreng hebben. Toch ontbreekt het vaak aan het maken van goede afspraken bij de start van het samenwerkingsverband simpelweg omdat we het moment waarop we elkaar diep in de ogen kijken graag uitstellen. We willen elkaar als organisatie en persoon eerst beter leren kennen, het vertrouwen laten groeien. Een logische gedachte. Ruim hier dan ook tijd voor in en stel eventueel de start dan ook uit of pas het tempo aan is ons devies. Vergeet echter niet op voorhand sluitende afspraken te maken over die zaken die er toe doen. Samenwerken kent harde en zachte elementen. De balans tussen beiden bepaalt voor een belangrijke mate het succes.
Jan Verdonk