Het boek “De samenwerkingscode” biedt een gereedschapskist én handleiding voor iedereen die zich verantwoordelijk voelt voor de kwaliteit en effectiviteit van de samenwerking volgens de auteur. Is dit inderdaad het nieuwe handboek over samenwerken? Graag deel ik mijn mening.
Waar gaat het over
De Samenwerkingscode legt de vaak onzichtbare, systemische krachten bloot achter succesvolle, falende, soepele of juist moeizame samenwerkingsverbanden. Dit is niet het zoveelste boek met tips & tricks, maar biedt (eindelijk!) definities van beschikbare samenwerkingsvormen en geeft zo houvast bij belangrijke beslissingen:
- welk type samenwerkingsverband je kan en moet aangaan – en welke niet;
- hoe je de samenwerking moet inrichten;
- en hoe je bestaande samenwerkingsverbanden kan verbeteren.
Want: als we zoveel verwachten van samenwerking, moeten we tenminste dezelfde taal spreken over die samenwerking. Dit is een handboek dat je meteen in de praktijk kan brengen. Het biedt één code voor de bestuurders, toezichthouders, bedrijfsdiplomaten en projectleiders, die wél resultaten willen, maar weten dat die er met alleen goede wil, blind vertrouwen en mooie woorden niet gaan komen.
Tot zover de uitleg van auteur en uitgever over het boek. Veel mooie woorden, maar dekken die de lading?
Waarom u dit boek moet lezen
De kracht van dit boek ligt in het creëren van een gemeenschappelijke taal. Het gaat in dit boek niet over de danser maar over de dans volgens de schrijver en daar heeft hij in mijn ogen helemaal gelijk in. Het maakt duidelijk in wat voor soort samenwerkingsverband je actief bent en dus niet hoe je moet samenwerken.
Door het benoemen en uitwerken van het meest bepalende spanningsveld bij een samenwerkingsverband (interne controle/autonomie versus externe binding/verplichting) komt hij tot een aantal mogelijke samenwerkingsverbanden.
Als de mogelijke samenwerkingsverbanden verder worden ontleed aan de hand van de variabelen Bron en aard van de regels, Besluitvorming, Operatie, Investeringen en opbrengsten, Levenscyclus en Risico’s ontstaat er voor alle deelnemende partijen inzicht in de mogelijkheden en onmogelijkheden van de samenwerkingsvorm die wordt gekozen. Tevens wordt het gemakkelijker om gedurende de looptijd zaken bij te stellen en eventueel de vorm te wijzigen. Dit alles omdat partijen dezelfde taal spreken en een belangrijk spanningsveld (autonomie versus verplichting) al in een vroeg stadium bespreekbaar wordt.
Wanneer je dit boek niet moet lezen
Dit is dus niet het nieuwe handboek over samenwerken. Het geeft geen tips en trucks hoe je al doende steeds beter gaat samenwerken. Zoals al eerder aangehaald gaat het niet over de danser maar de dans. Niet het samenwerken maar het samenwerkingsverband staat centraal. Het systeem ontraadseld is niet voor niets de subtitel. Eerder voer voor bestuurders, toezichthouders en programmamanagers dan voor het projectlid.
Ook als je graag aan de hand van praktijkvoorbeelden kennis opdoet, blijft dit boek achter bij de verwachtingen. Het is toch vooral veel theorie dat wordt gepresenteerd. Het boek is echter vlot geschreven en leest prettig.
Conclusie
Het begrip samenwerken wordt op heel veel verschillende manieren geïnterpreteerd en dit boek doet een heel verdienstelijke poging licht in de duisternis te brengen. Door het benoemen van het spanningsveld autonomie versus verplichting kan het juiste gesprek worden gevoerd en worden gekozen voor een adequate oplossing. Dit heeft zeker op bestuurlijk niveau een grote meerwaarde en het vergemakkelijkt ook het communicatieproces naar alle belanghebbenden om de simpele reden dat het duidelijkheid biedt. Maar nogmaals benadrukt: het gaat om de dans, dus het samenwerkingsverband, en niet over de dansers, het samenwerken.
Het is dan ook jammer dat het boek propagandeert een gereedschapskist én handleiding te zijn voor iedereen die zich verantwoordelijk voelt voor de kwaliteit en effectiviteit van de samenwerking. Hier verzanden we weer in de vele verschillende manieren waarop de term samenwerken wordt gebruikt. De schrijver valt in mijn ogen eigenlijk een beetje in zijn eigen mes. Dat is spijtig, want als je geïnteresseerd bent in de mogelijkheden voor een goede basis voor een samenwerkingsverband is dit boek zeker een aanrader.
Jan Verdonk